De Omgevingswet is ingegaan maar de crux zit in de interpretatie en uitleg

De Omgevingswet is per 1 januari 2024 ingegaan. Echter, allerlei documentatie eromheen (informatiepakketten) en eronder (het DSO) zijn in continue verandering. Ook loopt er een terugkerende actie om te melden waar regels en wetgeving nu op elkaar botsen en er een reparatie mogelijk is. Hieronder lichten we een aantal heel verschillende gevallen toe op het gebied van kabels en leidingen.

De gedoogplicht valt nu onder de Omgevingswet en sinds maart worden aanvragen weer in behandeling genomen

De belemmeringenwet privaatrecht voorzag in een reeks gedoogplichten in het algemeen belang. Hiervan maakten overheden gebruik als dit niet anders kon, net als NUTS-netbeheerders. Die laatste vorig jaar net iets vaker. Op 1 januari is de BP gedoogplichten vrijwel neutraal overgaan in o.a. artikel 10 onder de Omgevingswet. In de informatiepakketten rond deze gedoogbeschikking, o.a. gepubliceerd door Rijkswaterstaat Corporate Dienst* constateren we dat dit in de informatievoorziening en procedure keuzes worden gemaakt in taalgebruik die zeer sturend of zelfs bepalend kunnen zijn bij de oordeelsvorming. Zo wordt de gedoogbeschikking een instrument genoemd dat initiatiefnemers tot hun beschikking hebben, in plaats van als ultimum remedium die het in de wet nog wel is. Dit draagt bij aan de situatie waarbij overheden onderling én netbeheerders versus overheden verder kunnen juridificeren zonder zelf verantwoordelijkheid te kunnen of hoeven nemen voor beslissingen in de openbare ruimte. Dit is een situatie die zeer ver af staat van regie voeren in de openbare ruimte en op de ondergrond maar ook vragen oproept over de rol van gemeenten en de waarde van het huis van Thorbecke. We vragen jullie dan ook mee te denken over:

  • welke reparaties zijn haalbaar en nodig onder de Omgevingswet? Zoals het onderscheid maken tussen grond in privaat of publiek bezit in de procedure.
  • welke teksten in het informatiepakket én de gedoogbeschikkingen aanvraagsite zijn niet langer een uitleg van de wet, maar beschrijven keuzes in procedures die niet zijn vastgelegd in die wet? Welke suggesties kunnen we doen zodat dit neutraal wordt gepubliceerd? Zie hier voor dit portaal.
  • Signalen over onbedoelde uitwerkingen van de Omgevingswet kunnen altijd gemeld worden bij het IPLO.

Je kunt contact opnemen met info@gpkl.nl als je hierover een nieuw signaal hebt of een uur vrij wilt maken om een deel op te pakken.

In het Digitaal Stelsel Omgevingswet wordt flink geoefend, ook met kabels en leidingen, en gewerkt

Het DSO is de drager van het idee achter één Omgevingswet, omdat juridische ‘activiteiten’ ook gekoppeld zichtbaar moeten zijn aan werkzaamheden én ruimtelijk. Aan het DSO wordt dagelijks hard gewerkt om begrippen, activiteiten en begrippen toe te voegen en te koppelen. Het betekent ook dat er op het gebied van kabels en leidingen al veel is toegevoegd en geprobeerd. Op deze pagina van het IPLO krijg je een idee wat er gebeurt. Zij staan open voor aanpassingen en testen uit de praktijk.

Overweegt jouw gemeente om de verordening ondergrondse infrastructuur, het handboek kabels en leidingen of vergelijkbare nadere regels over de ondergrond in een traject te gaan om deze op te nemen in het nieuwe stelsel? Laat het ons dan weten via info@gpkl.nl .

Bkl en RES en het instrument programma’s raken elkaar – verbindt het principe water- en bodemsturend de ondergrond?

In het Besluit kwaliteit leefomgeving staan verplichte instructies die de gemeente in het omgevingsplan moet doorvoeren. Gemeenten moeten bijvoorbeeld voldoende ruimte reserveren in het omgevingsplan voor de opwekking en het transport van energie (artikel 5.157 tot en met 5.159, Bkl). De RES, de regionale energiestrategie, wordt daarnaast ook regelmatig door het IPLO zelf aangehaald als haakje voor verregaande afspraken. Daarnaast bestaan de instrumenten thematische programma’s en gebiedsgerichte programma’s. Ook de Woningdeals en P(F)AS-afspraken spelen mee. Het onderwerp ondergrond komt kortom, vaak versnipperd terecht, deels door regelgeving van bovenaf (Bkl, drinkwaterwet, energiewet en de losse telecommunicatiewet) en deels doordat het thema dienend is aan gebiedsgerichte opgaven. Het principe water- en bodemsturend heeft nu een programma op op ministerieel niveau. Dit zou binding kunnen brengen om tenminste op zowel praktisch als strategisch niveau vat te houden op het beheren van de ondergrond.