NAVO-miljarden en gemeentelijke infrastructuur: kans of toch niet?

De NAVO-miljarden en gemeentelijke infrastructuur: kans of herschikking? De afspraken die Nederland tijdens de recente NAVO-top heeft gemaakt, hebben veel gemeenten in beweging gezet. De komende tien jaar moet ons land jaarlijks 1,5% van het bruto binnenlands product (bbp) investeren in ‘bredere weerbaarheid’. Voor gemeenten lijkt dit op het eerste gezicht kansen te bieden om projecten in infrastructuur te versnellen of te koppelen aan defensie, maar extra budget is allerminst gegarandeerd.

Effect op gemeentelijke infrastructuur

Veel gemeenten proberen hun lopende of gewenste projecten te verbinden aan militair-strategische belangen, in de hoop zo financiering uit de NAVO-miljarden te krijgen. Voor gemeenten kan dit betekenen dat tracés, ondergrondse ruimte en afstemming met nutsbedrijven ineens een nieuwe strategische urgentie krijgen. Voorbeelden zijn de verbinding A8–A9 in Zaanstad en de N9 richting Den Helder.

Budget: herschikking in plaats van uitbreiding

Minister van Financiën Heinen benadrukt dat het onwaarschijnlijk is dat er daadwerkelijk tientallen miljarden extra vrijgemaakt worden. Bestaande investeringen in infrastructuur en weerbaarheid kunnen volgens haar onder de NAVO-afspraken worden geschaard. Dit betekent dat gemeenten vooral te maken zullen krijgen met herschikking van prioriteiten in plaats van nieuwe budgetten.

Gevolgen voor ondergrond

Voor beleidsadviseurs ondergrond, kabels en leidingen is het belangrijk te beseffen dat wijzigingen in infrastructuurprojecten ook gevolgen kunnen hebben voor de planning en bescherming van ondergrondse tracés.

Gemeenten doen er goed aan de gevolgen van de NAVO-miljarden voor gemeentelijke infrastructuur en ondergrond vroegtijdig te inventariseren, zodat kabels, leidingen en andere ondergrondse voorzieningen in de planning kunnen worden geborgd.

Bron: Binnenlands Bestuur