RES-regio’s maken zich zorgen over voortbestaan

Provincies, gemeenten, waterschappen en RES-regio’s maken zich grote zorgen of het programma na 1 juli wel blijft bestaan nu er geen geld is toegezegd. Zij hebben een brandbrief gestuurd naar de ministeries van Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat en Financiën. EZK laat weten dat er binnenkort een oplossing komt.

Dertig energieregio’s stellen in Nederland regionale energiestrategieën (RES’en) op die gezamenlijk moeten zorgen voor 35 TWh aan hernieuwbare opwek in 2030 en de transitie naar hernieuwbare warmte in de gebouwde omgeving. Daarover zijn afspraken gemaakt in het Klimaatakkoord, waaronder de afspraak dat het Rijk voor budget zorgt. Op 1 juli moeten alle regio’s de RES 1.0 opleveren.

‘Geen enkele zekerheid’
“Daarna is er geen enkele zekerheid”, zegt Jop Fackeldey, gedeputeerde energietransitie in de provincie Flevoland en lid van de PVDA. “En ‘daarna’ begint al op 2 juli.” Het gaat om een bedrag van €4 mln voor de tweede helft van 2021, aldus de brief van VNG, IPO, UVW en NP RES. Dat geld moet snel op tafel komen, volgens de partijen, omdat anders de opgetuigde RES-organisaties weer worden afgebouwd, en er kennis en kunde verloren gaat.

EZK laat desgevraagd aan Energeia weten dat er binnenkort een oplossing zal komen voor de €4 mln die nodig is om het tweede half jaar van 2021 te overbruggen. Omdat het voor overheidsbegrippen om een gering bedrag gaat, kan dat worden gefinancierd uit bestaande budgetten, aldus EZK-woordvoerder Dion Huidekooper.

Vanaf 2022
Dan is er de vraag wat er vervolgens gebeurd. Vanaf 2022 moet er een structurele oplossing komen. De Raad voor het Openbaar Bestuur bekeek in een rapport de bekostiging van uitvoering van het Klimaatakkoord en adviseerde “gezien de noodzaak van een voortvarende aanpak” de financiering in fases te laten voorlopen. In de periode 2022-2024 zou er dan een zak met geld richting de decentrale overheden komen, die zijzelf kunnen toebedelen aan de verschillende taken die volgen uit het Klimaatakkoord. Daarna kan dan worden gekeken hoe de kostenverdeling daadwerkelijk uitpakt, en kan preciezer worden gefinancierd op taken en doelstellingen.

Demissionair minister Bas van ‘t Wout (EZK, VVD) ziet het belang van het programma regionale energiestrategieën, liet hij in februari in een brief aan de Tweede Kamer weten. De Kamer had tijdens een debat in december de zorgen overgebracht van decentrale overheden, die waarschuwden dat als er per 1 april geen besluit over nieuwe financiering zou liggen, de bestaande organisaties zouden worden afgebouwd. Maar, vervolgde hij in de brief: “De formele besluitvorming over de invulling daarvan is echter aan een volgend kabinet, in samenspraak met de decentrale overheden.” Die stelling herhaalde hij begin maart, toen hij zei dat zijn ambtsopvolger de Kamer over het vervolg van het RES-proces zou informeren.

De verkiezingen waren op 17 maart. Sindsdien is het proces gestart om een nieuwe regering te vormen, maar dat proces heeft de afgelopen weken ernstige averij opgelopen en een datum waarop een nieuwe ministersploeg zal worden ingezworen, is niet in zicht.

Bron: Energiea, 2 april 2022