Publicatie model Nadeelcompensatieregeling

Algemeen

Dit model nadeelcompensatieregeling is tot stand gekomen om een gedragen regeling te publiceren uitgaande van een gelijkwaardige positie van gemeenten en nutsbedrijven. Als een nutsbedrijf door een besluit van het college tot intrekking of wijziging van een vergunning schade lijdt, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe. Deze regeling beschrijft de manier waarop de hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld.

Normaal gesproken ligt deze regeling onder in de lade. Deze komt eruit als de gemeente, na (her)ontwerpen en overleg met het nutsbedrijf. Alleen een noodzakelijke ruimtelijke inpassing kan realiseren na een verlegging. De voorafgaande afwegingen, overleggen en de besluitvorming zijn in dit proces bepalend en daar moeten gemeenten en netbeheerders samen in optrekken. Een goed en langdurige samenwerking is hierin essentieel. Dit is onderdeel van de gemeentelijke verordening ondergrond (AVOI) of het omgevingsplan onder de Omgevingswet.

Het uitgangspunt van nadeelcompensatie is niet vergoeding van de volledige schade. Het vergoedt de onevenredig grote schade die een nutsbedrijf lijdt door overheidshandelen.

Niet in deze regeling

Buiten de regeling vallen onderwerpen die in de context van de financiële afwikkeling veel voorkomen, meestal horen deze ook thuis in de verordening of omgevingsplan. Dit zijn de onderwerpen die buiten de regeling vallen:

  • Maatschappelijke laagste kosten: Vrij vertaald de burger betaalt het minst. Dit is een morele verplichting van gemeenten en netbeheerders;
  • Kostenverhaal: Op grond van artikel 13.11 Omgevingswet is er een verplichting tot kostenverhaal. Kostenverhaal is van toepassing bij de bouwactiviteiten die worden genoemd in artikel 8.13 van het Omgevingsbesluit. Het gaat in dat artikel over bouw- en verbouw van woningen, hoofdgebouwen en bijgebouwen. De discussie over verleggingen voor commerciële of private initiatieven is hiermee ondervangen;
  • Gemeentelijk grondbeleid: Een gemeente maakt een eigen keuze van grondbeleid en die keuze heeft invloed hoe men deze regeling inzet.
  • Discussie rond zakelijkrechten versus vergunning: Met welk recht een kabel of leiding of bovengrondse ondersteuningswerken liggen en wat dan het vergoedingsregime is, is gemeentelijk beleid. Dit loopt via een ander spoor en niet via deze beleidsregel;
  • Nadeelcompensatieregeling binnen de Omgevingswet: Het is niet mogelijk om een regeling te maken die zowel geschikt is voor de huidige verordeningen én omgevingsplannen in de Omgevingswet. Een tweede model, die wat inhoudelijke criteria betreft ongeveer gelijk is, moeten we in een later stadium maken.

Zes jaar van overleg

Deze regeling is de uitkomst van het onderhandelingsresultaat tussen GPKL en een delegatie van goodwilling nutsbedrijven1. Het betreft een gewogen pakket van maatregelen. Het uitgangspunt is te voldoen aan de Omgevingswet, in lijn hoe deze wet is bedoeld. Het is aan gemeenten welke elementen uit het model worden gebruikt, maar zorg er dan voor dat partijen geen onevenredige grote schade lijden.

Waarde van het GPKL-model

GPKL benadrukt dat dit model nadeelcompensatieregeling een model is dat gemeenten kunnen gebruiken voor de regionale nutsbedrijven. Het kan ook van toepassing zijn voor TenneT. Het IPLO, die de officiële ‘bedoelingen’ uitlegt bij de nieuwe Omgevingswet, noemt GPKL officieel als het gaat om nadeelcompensatieregeling van Kabels en leidingen. Zie artikel 3.10 in de Handreiking Nadeelcompensatieregeling Omgevingswet.

1 Op 30 januari 2025 was van de goodwilling nutsbedrijven nog geen 100% overeenstemming. Mogelijk komen zij met en kleine wijziging. Wij hadden wel aangegeven om in januari 2025 te publiceren.