Netbeheerders en energiebedrijven zetten extra druk op politiek voor snellere verzwaring net

Netbeheerders en energiebedrijven zetten gezamenlijk extra druk op de politiek om snel over te gaan tot inkorting van procedures voor aanpassen van de ruimtelijke ordening en het aanvragen van vergunningen, opdat het elektriciteitsnet zo snel mogelijk kan worden verzwaard om de klimaatdoelen in 2030 te halen.

Aanleiding voor de oproep van brancheverenigingen Netbeheer Nederland, Energie-Nederland en de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) is een rapport dat zij hebben laten uitvoeren door CE Delft: een analyse van de tijd die nodig is om industriële processen uiterlijk in 2030 te elektrificeren. CE Delft heeft gekeken naar vier technieken en vanaf 2030 teruggerekend om te zien wanneer activiteiten als planning en netverzwaring zouden moeten beginnen. De vier technieken zijn elektrische boilers, industriële warmtepompen, warmtepomp in combinatie met aquathermie (TEO) en elektrolyse voor de productie van groene waterstof. De korte versie van de conclusie van CE Delft is: begin nu.

Deze conclusie is niet perse nieuw, zoals CE Delft ook memoreert door eerdere cijfers uit de tijd van de onderhandelingen over het Klimaatakkoord aan te halen. De opdrachtgevers gebruiken de conclusie echter om nog eens duidelijk te maken waarom Nederland “vaak moeite [heeft] om de afgesproken klimaat- en energiedoelen te halen”. Dat komt namelijk “doordat de doorlooptijden om investeringen te realiseren lang zijn”, aldus de drie brancheorganisaties in een begeleidend persbericht. Daarom is het nu “van belang om goed te anticiperen en vooral tijdig te starten. Zo kunnen we voorkomen dat we achter de feiten aanlopen en halen we de kortademigheid uit de transitie.”

Concreet vragen de drie organisaties om “snelle ruimtelijke besluitvorming” en inkorting van procedures voor het verkrijgen van vergunningen. Bij de aanleg van hoogspanningsleidingen en transformatorstations gaat veel tijd zitten in planologische procedures, alvorens überhaupt met de bouw kan worden begonnen. “Snelle ruimtelijke besluitvorming is daarom doorslaggevend om het net tijdig te kunnen aanpassen”, aldus de drie.

Nu het kabinet is afgetreden en verantwoordelijk minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) zelfs helemaal van het toneel verdwenen, kijken de drie brancheorganisaties alvast naar de formatie na de verkiezingen van 17 maart. “Er zijn voor de zomer beslissingen nodig aan de formatietafel”, schrijven NVDE, Energie-Nederland en Netbeheer Nederland. “Het gaat om complexe en samenhangende investeringen die nu gecoördineerd in gang moeten worden gezet.” Het tempo van netverzwaring is namelijk bepalend voor de snelheid van elektrificatie in andere sectoren van de economie.

Schaarste nu al een feit
Schaarste op het elektriciteitsnet is in vele delen van het land nu al een feit. Netbeheerders hebben qua capaciteit een achterstand op wat gevraagd wordt, deels doordat proactief investeren niet de modus operandi is als het op netuitbreidingen aankomt. De oplossing daarvoor zal voor een belangrijke deel uit politiek Den Haag moeten komen. Maar de schaarste zal voor een deel blijvend zijn, schreef toenmalig minister Eric Wiebes afgelopen zomer aan de Tweede Kamer, ondanks de maatregelen die overheid en netbeheerders nemen om de capaciteit van het net uit te breiden.

De noodzakelijke uitbreiding van alle energienetwerken werd ook afgelopen jaar uitgebreid beschreven in het zogeheten Tiki-rapport (Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie). Dit rapport schetste een brede kijk op niet alleen een verzwaard elektriciteitsnet, maar ook een waterstof-backbone en een CO₂-rotonde. Tegelijkertijd stelde ook dit rapport dat er nú door alle partijen gehandeld moeten worden om in 2030 aan de doelen van het Klimaatakkoord te voldoen, juist omdat de bouw en uitbreiding van infrastructuur een tijdrovende klus is.

De belangrijkste conclusie die minister Wiebes enkele maanden later uit het Tiki-rapport trok was dat er sprake was van een “coördinatiefalen en van financieringsknelpunten”. Wiebes wilde derhalve de leiding nemen bij het aanleggen van nieuwe infrastructuur voor de energietransitie. Er komt een Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (Miek) waarin marktpartijen, overheden en anderen afspraken maken over infrastructuur van nationaal belang. De hoofdlijnen van de infrastructuur komen terecht in het Programma Energie Hoofdstructuur (PEH) en de industrie wordt ondersteund door een Programma Infrastructuur Duurzame Industrie.

Bron: Energeia, 16 februari 2021