Kamerbrief ‘de noodzaak van flexibiliteit’ door minister Jetten (22 juni) en oproep: heb contact met je provincie

Op 22 juni stuurde minister Rob Jetten de kamerbrief ‘Netcapaciteit: de versnelling van de energietransitie en de noodzaak van flexibiliteit. In deze brief wordt de complexiteit en samenhang van de problematiek van de hoog- midden- en laagspanningsnetten geschetst. Tegelijk is duidelijk dat het de komende jaren echt om piekmomenten bij volle netten gaat. Hieronder nog eens toegelicht:

Een tot twee keer per werkdag een congestieprobleem

Op de X-as staan de uren van de dag. Op veel plekken in Nederland is ongeveer 2 keer per werkdag op verschillende plekken in het net (hoog- of laagspanning) drukte, met verschillende oorzaken. Dit kan zijn doordat er veel wordt opgewekt vanuit onverwachte hoek in het midden/laagspanningsnet (denk aan zonnepanelen in een wijk waar dit snel populair is geworden) in combinatie met de pieken in de midden/laagspanningsnetvraag tijdens vooral de avond (denk maar aan je eigen huishouden tussen 18-21uur). Het plaatje hiernaast gaat over het hoogspanningsnet (TenneT). Dit deel van het net is veel afhankelijker van de grootverbruikers en het vraag en aanbod tussen regio’s. Doordat de problematiek zo tijdafhankelijk is, is flexibiliteit van vragers en sturen-waar-dat-kan op opwek de meest optimale oplossing voor het benutten van het net. Immers, dan hoeven er veel minder en op sommige plekken zelfs geen netten te worden uitgebreid. Via de energiemarkt kunnen bepaalde producten worden toegestaan die -net zoals nu ook al gebeurt- het benutten van het net gemakkelijker maken. Er zijn prijsprikkels om dan op een bepaald moment meer of juist even geen stroom af te nemen. Daarnaast zijn bepaalde afspraken over wanneer een kabel ‘vol’ is en wanneer gebruik mag worden gemaakt van een elektrisch ‘vluchtstrook’ herzien in een netcode-voorstel.

Ondanks de uitgebreide uiteenzetting over deze problematiek én het aanstellen van Stephen Brandligt (oud-wethouder Delft, energiesysteemexpert) voor het bekijken van het laagspanningsnet, wordt nog veel ingezet op versnellen van extra aanleg. Het is namelijk ook een van de robuustere manieren om het probleem aan te pakken als je 100% zekerheid wilt hebben dat ook in 2030 en daarna iedereen on-afgebakende toegang heeft tot elektriciteit.

Provincie heeft geld ontvangen voor regie op energie-infrastructuur – voor een energy board of vergelijkbare structuur

Onder het kopje: “regionaal programmeren van energie-infrastructuur en oplossingen voor het slimmer gebruiken van het net” heeft elke provincie op dit moment als het goed is een structuur ingericht, komende maanden zal deze uitgewerkt en uitgebreid worden. EZK heeft 84 miljoen euro beschikbaar gesteld voor versterking van de capaciteit bij provincies en mogelijk ook regiogemeenten om het voorbereidingstraject van netverzwaringen en uitbreidingen te versnellen (Kamerstuk 32813, nr. 1230). Het is goed om bij je eigen provincie na te gaan hoe die structuur eruit ziet. Wees ook zeker niet te bescheiden om aan tafel te gaan over de besteding van dit geld, het is bedoeld voor alle mede-overheden en nu is de kans om bijvoorbeeld inpassingsteams op te richten. Zie ook hieronder.

Er wordt ook weer gewezen naar vergunningen, maar..

Ook in deze kamerbrief wordt de doorlooptijd van vergunningen in één adem genoemd met tekort aan materieel en personeel als vertragende factor. Wat hier wordt bedoeld is de stikstofproblematiek en niet het vergunningensysteem an sich. De oplossing voor de stikstofdeposities bij bouw wordt gezocht in Europese wetgeving, wat kansrijk lijkt. Daarnaast wordt verwezen naar het instellen van provinciale ‘inpassingsteams’ in bouwteamverband. Helaas is het onderwerp vergunningen niet verder uitgediept, om aan te wijzen welk punt bij een vergunning nu écht vertragender is dan bijvoorbeeld doorlooptijden in materieel en personeel. Hierdoor kunnen minder partijen actief meedenken over oplossingen en verbeteringen in de vergunningverlening en andere publieksrechtelijke middelen.