De Autoriteit Consument & Markt (ACM) onderzoekt of projecten die een positieve bijdrage leveren aan de energietransitie voorrang kunnen krijgen bij de aanvraag van een aansluiting op het elektriciteitsnet. Onder de huidige regels moeten netbeheerders aanvragen voor een aansluiting verwerken in volgorde van binnenkomst.
Voorbeelden van projecten die voorrang zouden kunnen krijgen van netbeheerders zijn bronnen van hernieuwbare elektriciteit als wind- of zonneparken, aldus de ACM deze donderdag. Bij afname van elektriciteit zouden bijvoorbeeld laadpalen voor elektrische auto’s voorrang kunnen krijgen, of batterijen voor opslag van lokaal opgewekte duurzame energie waarmee het probleem van congestie op het net kan worden verkleind.
De ACM lijkt een weg te zoeken uit een spagaat, want zij wijst er zelf op dat criteria moeten “passen binnen het Europese vereiste van non-discriminatie”. Wegens dat principe hanteren netbeheerders nu het ‘first come first served’-principe, waarbij ze niet kijken naar de aard van een aanvraag maar alle aanvragen op volgorde van binnenkomst afhandelen. De ACM zegt nu “nadrukkelijk” ook de mogelijkheden te onderzoeken voor netbeheerders “om voorrang te geven aan aansluitingen die een bijdrage leveren aan de energietransitie”. Criteria moeten wel “objectief, redelijk, toetsbaar en transparant” zijn.
Het onderzoek is onderdeel van de voorbereiding voor de nieuwe netcode die de ACM nog dit jaar wil publiceren, waarin ook regels komen over de voorwaarden waaronder netbeheerders congestiemanagement kunnen toepassen om beschikbare transportcapaciteit beter te benutten. Investeringen van netbeheerders blijven achter bij de voorspelde vraag naar transportcapaciteit, en dit probleem wordt de komende jaren niet kleiner, stelt de ACM. “Prioritering [kan] een breed scala aan publieke belangen raken”, stelt de ACM, en daarom is “het belangrijk dat de wetgever hiervoor een kader vaststelt zodat netbeheerders op basis daarvan hun investeringen kunnen prioriteren.”
Wettelijke perikelen
Door de toenemende vraag naar aansluitingen op het elektriciteitsnet staat sowieso de toegestane termijn voor het realiseren van een aansluiting de laatste jaren onder druk. Die termijn staat nu op 18 weken, maar vaak kunnen netbeheerders daar niet meer aan voldoen. Klanten zijn daardoor in het verleden met schadeclaims naar de rechter gestapt. Een beroep op overmacht door netbeheerder Liander werd vorig jaar door de Hoge Raad echter niet als excuus gehonoreerd. Overigens trok de ACM een half jaar later in een andere zaak een boete aan Liander juist weer in omdat wettelijke vastlegging van een aansluittermijn niet in overeenstemming zou zijn met het Europese recht.
Dat neemt niet weg dat netbeheerders worstelen met het toegenomen aantal aanvragen van nieuwe of zwaardere aansluitingen, al is het maar omdat hun personeel maar op één plek tegelijk kan zijn. Aangezien de overheid graag ziet dat het aandeel hernieuwbare elektriciteit snel toeneemt, is daardoor discussie ontstaan over het voorrang geven aan de aansluiting van wind- en zonneparken. In januari stelden de provincies dat zij een wettelijk vastgelegde regierol willen bij de ontwikkeling van de regionale energie-infrastructuur, en de prioritering van de aansluiting. Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) meldde vervolgens een week geleden dat hij zich een verdere regierol van de provincies bij het sturen van investeringen van netbeheerders kon indenken. “Mits dit op basis van objectieve en transparante criteria plaatsvindt.”
Bron: Energeia, 3 maart 2022