De chaos van gasloos verbouwen: ‘Niemand weet hoe het écht moet’

Warmtepomp of warmtenet? Of tóch waterstof? Door de wildgroei aan opties worstelen steeds meer partijen met de vraag hoe bestaande bouw van het gas af moet. “Aannemers hebben geen idee wat ze moeten adviseren.”
‘Doe mij maar een verbouwing met een warmtepomp erbij.’ Het klinkt als een bestelling bij de bakker, maar het gaat om een verbouwing van een woning van tienduizenden euro’s. Minstens een keer per week krijgt BouwMaat Utrecht, een duurzaam aannemingsbedrijf, zo’n aanvraag. Particulieren willen bij een verbouwing meteen hun huis verduurzamen, maar ze hebben geen idee wat ze eigenlijk vragen.

‘15.000 euro extra? Dan begint het wegstrepen’
Steven Pekelharing, mede-eigenaar van BouwMaat Utrecht: “Ze denken dat verduurzaming simpelweg een warmtepomp inhoudt. Als ik uitleg welke isolatiemaatregelen er allemaal voor nodig zijn, en er nog 15.000 à 20.000 euro bovenop komt, begint het wegstrepen.”

In 95 procent van de gevallen verwerpt de klant uiteindelijk alle duurzaamheidsmaatregelen en blijft er een gewone verbouwing over. “Pas als huiseigenaren weten wat erbij komt kijken, blijkt verduurzaming totaal ondergeschikt. Een uitbouw of een dakkapel, dat willen ze véél liever.” Pekelharing baalt daar verschrikkelijk van. “We profileren ons als duurzame bouwer, maar doen haast niets in die richting. Als een huiseigenaar tóch voor duurzaamheid gaat, spring ik een gat in de lucht.”

Groot gebrek aan kennis
Niet alleen particulieren zijn onwetend als het over duurzaam verbouwen gaat, ook bij bouwers, gemeenten, adviseurs en installateurs is er een groot gebrek aan inzicht hoe ze bestaande bouw van het gas af moeten krijgen. De een is een groot voorstander van waterstof, een ander pleit alleen maar voor isoleren en weer een ander vindt het een taak van installateurs, of van gemeenten.

Er worden taken op elkaars bordje geschoven, zegt adviseur energie en duurzaamheid Harm Valk van Nieman Raadgevende adviseurs. “Niemand lijkt precies te weten hoe het moet. Er is onduidelijkheid over de onderliggende vraag: wat wordt de energievoorziening en de warmtevoorziening? Ook aannemers hebben er geen antwoord op. Zij krijgen vragen van particulieren, en hebben vaak geen idee wat ze moeten adviseren.”

Nog steeds een vraagstuk
Zelfs voor Dijkstra Draisma, pionier in de duurzame bouw, is het geen makkelijk vraagstuk. Zo had de bouwer een flinke kluif aan een wijkje in Leeuwarden dat van het gas af moest. De gemeente wilde een warmtenet, de corporatie wilde all electric met eenwarmtepomp. “Uiteindelijk hebben we daar een tussenoplossing bedacht: een klein warmtenetje, alleen voor die wijk”, vertelt Wietse de Vries, specialist innovatie en duurzaamheid bij het bouwbedrijf.

Het bouwbedrijf heeft al zo veel geprobeerd en getest, dat het inmiddels wel weet welke methode het beste is in welke situatie. Maar veel collega-aannemers zijn nog lang niet zover, ziet De Vries. “Bouwers zien het niet als hun taak. Ze vervallen in hun traditionele rol en leggen de verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever neer. Anderen verschuilen zich achter het idee dat waterstof dé oplossing is en dat ze daarom niets hoeven te doen. Wij zijn hier fel op tegen. Aannemers hebben de taak te leren omgaan met het energievraagstuk.”

Niet zo simpel als in de jaren 60
Maar wat is de beste optie? Zo simpel als het in de jaren 60 was, toen iedereen over moest op de cv-ketel, is het dit keer niet. Bij elke type woning, bij elke type wijk, bij elke locatie past een andere methode.

Mensen die zeggen dat één manier de beste is, moet je wantrouwen, zegt Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar climate design & sustainability aan de de TU Delft. “Het kan niet alleen waterstof, geothermie of een warmtepomp zijn. De wereld is ingewikkelder dan dat.”

Ondernemers zien door de bomen het bos niet meer
Maar ondernemers zien door de bomen het bos niet meer, en dat biedt een speelterrein voor partijen die claimen dat hún product of hún innovatie de beste is. Vooral de waterstoflobby die de laatste tijd terrein wint, wekt ergernis op. “Zij veroorzaken de verwarring in de markt”, stelt Jan Willem van de Groep, initiator van de Stroomversnelling. “Zij wekken de suggestie dat waterstof dé manier is, dat het snel de woningen in kan en ook nog eens voor dezelfde prijs als gas. Die verhalen zijn onzin.”

Volgens hem leidt dit ertoe dat opdrachten uitblijven. Want waterstof kan – volgens de verhalen – gewoon door gasleidingen. Zelfs grote corporaties, beleggers en gemeenten beginnen erin te geloven, stelt Van de Groep. “Zij zetten waterstof als optie in de warmte­visies die ze moeten maken om wijken van het gas af te krijgen.”

Standaard kan helderheid verschaffen
Er is snel meer duidelijkheid nodig – maar hoe? Volgens Valk kan de standaard voor bestaande woningen, waarmee het ministerie deze zomer komt, al wat helderheid verschaffen. “Deze richtlijn moet aangeven met hoeveel warmte een bepaald type woning geschikt is voor een alternatief voor een gasaansluiting. Hieruit kun je isolatiewaarden afleiden. Aannemers en adviseurs kunnen dit als leidraad gebruiken.”

Een belangrijke taak daarin ligt bij gemeenten, zegt Edgar Van Niekerk, programmamanager energietransitie van Bouwend Nederland. Zij moeten meer duidelijkheid scheppen in hun warmtevisies, die voor 2022 af moeten zijn. “Zij moeten onderzoeken welke warmtebronnen er beschikbaar zijn en hoe die passen bij verschillende type woningen en plekken. In de tussentijd is goede informatie belangrijk. Ook daarin ligt een taak bij de overheid.”

Vraag moet worden gestimuleerd
Verder is het van belang dat de vraag gestimuleerd wordt. Want als die uitblijft, wordt er ook geen kennis ontwikkeld. Van Niekerk: “De vraag naar duurzame verbouwingen ligt op een veel te laag niveau. Dan is het niet interessant voor ondernemers zich hierop te richten. Pas als een aannemer écht rendement kan behalen, gaat hij zich erin verdiepen.”

Volgens Andy van den Dobbelsteen is het belangrijk dat aannemers zich gaan verdiepen in de materie. “Anders missen ze de boot. Ga niet voor een standaardoplossing, maar denk na over meerdere concepten. Verzamel partijen, vooral jonge bedrijven, om je heen die weten waar de duurzame bouw heen gaat. Zodat jij straks, als de vraag echt losbarst, een stuk van de taart kunt claimen.”

‘Isoleren loont altijd’
Van de Groep voegt daaraan toe dat isoleren áltijd loont. “Ga daarmee aan de slag. Dat is de toekomst. Er liggen enorme kansen als je kant en klare duurzaamheidspakketten aan gaat bieden.”

Bron: Cobouw, 16 december 2020