Aansprakelijkheid bovengronds: hoe is die geregeld in een verordening?

Gedacht kan worden aan schades aan de buitenruimte en schades aan burgers.
Voor schade aan de buitenruimte geldt dat een graafactiviteit van een nutsbedrijf uiteraard altijd schades veroorzaakt; bestrating of groen moet worden opengebroken. Daarover wordt in een verordening geregeld wie en hoe na graafwerk de buitenruimte in de oude toestand herstelt (sleuf verdicht, verharding terugplaatst, groen herstelt) en hoe de kosten worden afgehandeld.

De gemeente blijft op grond van artikel 6:174 BW lid 1 zowel tijdens als na de uitvoering van werkzaamheden door nutsbedrijven aan, op of in de weg nog steeds aansprakelijk voor het feit dat de weg voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen.
Aan de hand van beantwoording van bijvoorbeeld vragen als “Was er voldoende afzetting op het werk? Werd duidelijk zichtbaar gewaarschuwd voor de tijdelijk gevaarlijke situatie? Is voldoende toezicht op de naleving van de geldende voorschriften gehouden? Is het straatwerk achteraf vakkundig hersteld? Voldeed de verdichting aan de daarvoor te stellen eisen? Is de wegbeheerder adequaat en daadkrachtig tegen gevaarlijke verzakkingen opgetreden?” zal de rechter beoordelen of de weg voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen (zie HR Wilnis-arrest).

Schades door graafwerkzaamheden van nutsbedrijven aan burgers: Dit komt niet snel voor, omdat er voornamelijk in de openbare ruimte wordt gegraven, dus buiten particuliere percelen. Voor zover daarbij een nutsbedrijf toch schade aan een (eigendom van de) burger (of bedrijf) aanbrengt, geldt dat die vergoed moet worden. Dat is landelijk geregeld onder de algemene titel “onrechtmatige daad”. We verwijzen daarvoor naar Artikel 6: 162 van het Burgerlijk wetboek: “Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.”
Omdat dit al door het rijk is geregeld via deze algemene regel hoeft het ook niet nog eens door gemeenten geregeld te worden voor specifieke situaties.

Wil een gemeente de vergunninghouder wegens een onrechtmatige daad, voortvloeiend uit de gebruikmaking van de vergunning, aansprakelijk stellen dan moet de gemeente zich tot de civiele rechter wenden. De gemeente kan de door haar geleden schade dus niet langs bestuursrechtelijke weg verhalen.