Netbeheerders Liander en Tennet hebben met de gemeente Amsterdam een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld om de netcongestie in de hoofdstad aan te pakken. Het plan omvat onder meer de bouw van 29 nieuwe elektriciteitsstations tot 2035 en duizend nieuwe transformatorhuisjes tot 2030. Het grootste deel van het werk zal de komende vijf jaar al moeten plaatsvinden.
In grote delen van Amsterdam is er sinds vorig jaar onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar om nieuwe grootverbruikers aan te kunnen sluiten. Het eerste concrete congestiegeval in Amsterdam deed zich vorige zomer voor, toen Liander meldde dat in delen van het westelijk havengebied en aan de noordkant van het IJ geen capaciteit meer beschikbaar was voor grootverbruikers. In september kwamen daar de elektriciteitsverdeelstations Westzaanstraat en Noord Papaverweg bij en in december meldde Liander dat ook alle capaciteit van station Hemweg, dat een groot deel van de stad bedient, gecontracteerd is.
Concreet betekent dit dat voor grootverbruikers in grote delen van Amsterdam-Noord, -West en -Centrum geen netcapaciteit meer beschikbaar is voor nieuwe afnemers of bestaande afnemers die willen uitbreiden. Ook in het westelijk havengebied van Amsterdam, waar veel industriële bedrijven gevestigd zijn, is sprake van een capaciteitstekort op het stroomnet. Begin deze maand waarschuwde het industriecluster Noordzeekanaalgebied dat de netcongestie een belemmering vormt voor CO₂-reductiedoelstellingen, omdat bedrijven investeringen in bijvoorbeeld elektrificatie moeten uitstellen.
De congestie in Amsterdam raakt niet alleen grote industriële bedrijven, maar bijvoorbeeld ook scholen, winkels en kantoren. Dat heeft ook weer gevolgen voor woningbouwplannen, omdat de gemeente geen nieuwe woonwijken wil bouwen zonder scholen en winkels. Bovendien groeit de vraag naar elektriciteit de komende jaren hard door. Volgens studies van Liander en de gemeente zal de vraag naar elektriciteit in Amsterdam in 2050 drie- tot vierenhalf keer zo groot zijn als nu.
29 nieuwe stations
Om de capaciteitsproblemen structureel op te lossen, willen regionaal netbeheerder Liander en landelijk netbeheerder Tennet in en rondom Amsterdam 29 nieuwe elektriciteitsstations bouwen en twaalf bestaande stations uitbreiden. Daarnaast moeten er verspreid door de stad zo’n duizend kleinere transformatorhuisjes bijgeplaatst worden en vele kilometers nieuwe kabels gelegd worden.
Omdat dit allemaal moet gebeuren in dichtbevolkt, stedelijk gebied, spreekt Liander van een “complexe puzzel”. “Zowel ondergronds als bovengronds is de ruimte beperkt.” De twee netbeheerders hebben daarom eind vorig jaar met de gemeente een taskforce ingesteld, en deze partijen hebben nu gezamenlijk het Ontwikkelingskader Elektriciteitsvoorziening Amsterdam 2035 gemaakt. Het plan is volgens de netbeheerders en de gemeente een “richtinggevend ruimtelijk kader”: het geeft in grote lijnen weer waar en wanneer nieuwe stations gebouwd moeten worden, maar bevat in de meeste gevallen nog geen definitieve locatiekeuzes.
€1,4 mrd
De netuitbreidingen in Amsterdam vergen €1,4 mrd aan investeringen van Liander en Tennet. Er zijn in totaal 29 nieuwe onderstations nodig, en twaalf bestaande stations worden “ingrijpend verzwaard”. Voor de 29 nieuwe stations zijn overigens geen 29, maar 23 locaties nodig, omdat op sommige locaties zowel een Tennet- als een Liander-station gebouwd zal worden: op zes locaties komt zowel een Liander- als een Tennet-onderstation, op elf locaties alleen een Liander-onderstation en op zes locaties alleen een Tennet-onderstation. De meeste werkzaamheden zullen tussen 2023 en 2028 plaatsvinden.
Bron: Energeia, 20 april 2022