Groen gas heeft de meeste maatschappelijke waarde als het ingezet wordt voor verwarming van woningen in oude binnensteden. Ten opzichte van de inzet van groen gas voor zeescheepvaart of de industrie, zijn de additionele kosten per vermeden ton CO₂ lager in de gebouwde omgeving. Dat blijkt uit een studie van CE Delft in opdracht van Enexis.
Op basis van eerdere CE Delft-studies is de verwachting dat in Nederland in 2030 zo’n 2 miljard kuub groen gas geproduceerd kan worden. Ter vergelijking: het huidige jaarlijks gasverbruik ligt rond de 40 miljard kubieke meter. Groen gas zal dus een relatief schaarse brandstof blijven en zal niet overal ingezet kunnen worden. Enexis vroeg daarom aan CE Delft “om te verkennen waar groen gas de meeste maatschappelijke toegevoegde waarde kan hebben in 2030, met een vooruitzicht naar 2050”.
Volgens Marieke van Amstel, manager transitie duurzame gassen van Enexis, is het voor de netbeheerder van belang om te weten waar groen gas de meeste toegevoegde waarde heeft, onder andere met het oog op de transportschaarste op de elektriciteitsnetten. Waar groen gas ingezet kan worden, wordt immers de druk op het stroomnet verlicht. Daarnaast, zegt Van Amstel, is de studie nuttig bij het opstellen van de gemeentelijke transitievisies warmte die eind dit jaar klaar moeten zijn.
CE Delft vergelijkt in het rapport drie mogelijke toepassingen van groen gas: proceswarmte voor de industrie, verwarming van woningen in oude binnensteden, en als transportbrandstof (bio-LNG) in de zeescheepvaart. Binnen deze casussen is het gebruik van groen gas vergeleken met aardgas als de “fossiele referentie”, en daarnaast met duurzame alternatieven.
Additionele ketenkosten
De vergelijking tussen groen gas enerzijds en duurzame alternatieven anderzijds, maakt CE Delft op basis van de “additionele ketenkosten per vermeden ton CO₂”. “Op die manier wordt duidelijk waar groen gas meerwaarde heeft”, stellen de onderzoekers. De hoofdconclusie luidt dat de grootste meerwaarde te behalen valt met het gebruik van groen gas voor HR-ketels en hybride warmtepompen voor de verwarming van woningen in oude binnensteden.
In de zeescheepvaart zijn er volgens CE Delft goedkopere alternatieven dan bio-LNG, namelijk biomethanol en biodiesel. Waar bio-LNG per vermeden ton CO₂ goed is voor €234 aan additionele ketenkosten per vermeden ton CO₂, is dit voor biodiesel en biomethanol respectievelijk €95 en €110.
Zowel voor proceswarmte in de industrie als voor verwarming in oude binnensteden is groen gas wel de goedkoopste duurzame optie, en de kosten per vermeden ton CO₂ ontlopen elkaar niet veel. Toch is de meerwaarde in de gebouwde omgeving volgens CE Delft groter, omdat het prijsverschil met duurzame alternatieven groter is.
De op een na goedkoopste techniek in de industrie is de elektrische boiler, die met €231 slechts iets hogere kosten per vermeden ton CO₂ heeft dan een groengasboiler (€208). Bovendien verwacht CE Delft dat de ketenkosten van elektrische boilers in de toekomst verder dalen als gevolg van een groener wordende elektriciteitsmix.
Voor de verwarming in oude binnensteden zijn twee groengasopties onderzocht: een hr-ketel op groen gas, met additionele kosten tussen €207 en €286 per vermeden ton CO₂, en een hybride warmtepomp die deels op groen gas en deels op elektriciteit werkt (kosten per vermeden ton CO₂ €215 tot €322). De eerstvolgende optie, van goedkoop naar duur, is een hr-ketel op blauwe waterstof, en daarbij zijn de additionele ketenkosten per vermeden ton CO₂ al €448.
Groen gas gebruiken in oudere woningen heeft daarom de meeste maatschappelijke waarde van de onderzochte toepassingen, concludeert CE Delft. “Binnen de sectoren wisten we al wel ongeveer hoe het zit, maar het is vooral de vergelijking tussen sectoren die nu voor het eerst echt goed onderzocht is”, zegt innovatiemanager Michiel van Dam van Enexis. Volgens Van Dam is er nog wel meer onderzoek nodig, omdat niet alle denkbare toepassingen van groen gas nu doorgerekend zijn.
Isolatie
Waar de kosten precies uitkomen in de genoemde bandbreedtes is afhankelijk van de mate van isolatie. Voor sommige technieken, zoals de lucht-waterwarmtepomp en een warmtenet op basis van geothermie, is goede isolatie een vereiste, terwijl een hr-ketel op groen gas in principe ook ingezet kan worden in een slecht geïsoleerd huis. De laagste ketenkosten worden in dit geval bereikt als niet geïsoleerd wordt, omdat isolatie in oude gebouwen vaak erg duur is.
Daar staat tegenover dat in een geïsoleerd huis minder groen gas nodig zal zijn, en er dus meer overblijft voor andere toepassingen. Dat laatste is volgens Van Dam relevant, omdat binnen elke onderzochte casus de vraag naar groen gas al groter zal zijn dan de 2 miljard kuub die naar verwachting beschikbaar kan zijn in 2030. “Daarom is stimuleren van de productie én efficiënt gebruik van groen gas noodzakelijk”, aldus Van Dam.
Bron: Energeia, 2 november 2021