Limburgse mijnen tot wind op zee: de geschiedenis van het hoogspanningsnet

De energietransitie vereist dat we vooral vooruitkijken, naar de toekomst. Hoe kan het anders, beter? Soms kan het helpen juist een blik te werpen op de geschiedenis. Deze zomer dook Energeia in de historie en diepte enkele geschiedenissen op met een verrassend actueel tintje. Nu de zomerserie: het Nederlandse hoogspanningsnet, van 50 kV tot 525 kV.

Wanneer begint de geschiedenis van het Nederlandse hoogspanningsnet? Wie daar iets zinnigs over wil zeggen, ontkomt niet aan de vraag wat eigenlijk de definitie is van hoogspanning. Bij Energeia, en meer algemeen in Nederland, zijn we gewend de grens te trekken tussen de netten van landelijk netbeheerder Tennet (alles vanaf 110 kV) en die van de regionale netbeheerders, die in de praktijk 50 kV als hoogste spanningsniveau bedrijven.

Maar dat is meer een praktische dan een inhoudelijke afbakening. De zogenoemde middenspanningsnetten van de regionale netbeheerders zijn volgens internationale definities net zo goed hoogspanning: de International Electrotechnical Commission (IEC) verstaat onder hoogspanning elke elektrische spanning boven de 1.000 volt (1 kV) wisselspanning of 1.500 volt (1,5 kV) gelijkspanning. Dit is ook de definitie die het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) gebruikt bij het opstellen van normen en richtlijnen voor werken met hoogspanning.

Transportfunctie

Op de website Hoogspanningsnet.com is nog een andersoortige definitie te vinden, die uitgaat van de transportfunctie: hoogspanning is bedoeld om elektriciteit over grote afstanden te transporteren vanaf de opweklocatie. Een hoogspanningsverbinding is dan “een transportverbinding met een hogere spanning dan zowel de generator als de verbruiker”. Volgens die definitie zou de eerste hoogspanningsverbinding ter wereld volgens hoogspanningsnet.com een 3 kV-lijn zijn die in 1886 in het Amerikaanse Great Barrington in gebruik werd genomen.

De eerste netten die in Nederland gebouwd werden voor het transporteren van elektriciteit over grote afstanden, was een 50 kV-netwerk, dat in verschillende provincies door verschillende provinciale elektriciteitsbedrijven werd aangelegd. Het 50 kV-netwerk valt tegenwoordig, volgens de liefhebbers van Hoogspanningsnet.com, “in alle opzichten telkens een beetje buiten de boot” en kan daarom ook aangeduid worden als ‘tussenspanning’: “Net geen echt transportnet meer, maar ook net te groot voor een distributienet. Ook de netspanning zelf zweeft een beetje tussen de onderste rafelranden van hoogspanning en de bovenste toppen van middenspanning in.”

Eerste Wereldoorlog

Als we voor de context van dit artikel uitgaan van 50 kV als ondergrens voor hoogspanning, dan is het Nederlandse hoogspanningsnet ontstaan in de jaren na de Eerste Wereldoorlog. In 1919 werd de eerste 50 kV-verbinding in gebruik genomen tussen de steenkolenmijn Emma, in de buurt van Heerlen, en de Limburgse hoofdstad Maastricht. Twee jaar later werd ook tussen Lent en Apeldoorn een 50 kV-verbinding in gebruik genomen.

De oudste hoogspanningslijn in Nederland die nog altijd in gebruik is, is volgens de experts van Hoogspanningsnet.com de 50 kV-verbinding van Dodewaard via Wageningen naar Ede. Deze lijn is oorspronkelijk in 1929 in gebruik genomen en is nog altijd operationeel, hoewel niet meer geheel in de oorspronkelijke staat. De verbinding is gedeeltelijk verkabeld, maar op sommige delen van het traject staan nog altijd de oorspronkelijke “schaarmasten” uit 1929.

De lijn Dodewaard – Ede was ooit onderdeel van een 50 kV-ring van Nijmegen tot Apeldoorn, blijkt uit het naslagwerk Hoogspanningsmasten in Gelderland van Tom Börger. Dit ringnet liep van de elektriciteitscentrale in Nijmegen via Wageningen, Ede en Kootwijk naar Apeldoorn, en via Arnhem weer terug naar Nijmegen.

Wat er tegenwoordig nog over is aan 50 kV-netten, is in eigendom en beheer van de regionale netbeheerders en is grotendeels ondergronds gebracht. Bovengronds is 50 kV vooral nog in Gelderland en delen van Zuid-Holland en Zeeland te vinden, in de werkgebieden van Liander en Stedin. Internationaal gezien is het overigens een vrij ongebruikelijk spanningsniveau; 66 kV is in andere landen veel gangbaarder.

100 en 110 kV

Niet lang na de eerste 50 kV-verbindingen deed vanaf eind jaren ’20 van de vorige eeuw ook 100 kV zijn intrede in Nederland. De tegenwoordige meer gebruikelijke spanning van 110 kV werd voor het eerst gebruikt tussen Bergum en Vierverlaten (Groningen), en dat gebeurde op een lijn die eigenlijk ontworpen was voor 100 kV. Ook nu is 110 kV vooral in Noord-Nederland aanwezig, terwijl 150 kV gangbaarder is in de rest van Nederland.

Dat spanningsniveau (150 kV) werd net als 50 kV voor het eerst toegepast bij een van de Limburgse mijnen: in 1930 werd de eerste hoogspanningslijn die 150 kV aankon gebouwd tussen Staatsmijn Maurits en Roermond, en vanaf 1934 werd deze spanning ook daadwerkelijk gebruikt.

220 kV en 380 kV

Waar na de Eerste Wereldoorlog gebouwd werd aan het 50, 100/110 en 150 kV-net, stamt het zogeheten koppelnet van 220 kV en 380 kV van na de Tweede Wereldoorlog. De allereerste toepassing van 220 kV in Nederland vond zelfs tijdens die oorlog plaats, in 1943: dat betrof een verbinding tussen België en Duitsland door Limburg.

Met de aanleg van het 380 kV-net, het huidige hoogste spanningsniveau in Nederland, is een eerste begin gemaakt in de jaren zestig van de vorige eeuw. De eerste hoogspanningslijn die een spanningsniveau van 380 kV aankon, werd opgeleverd in 1966 tussen Geertruidenberg, waar in de jaren ervoor de Amer-centrale was uitgebreid met een vierde (1965) en vijfde eenheid (1966), en Eindhoven. De eerste jaren werd deze lijn echter nog niet op 380 kV bedreven, weet Hoogspanningsnet.com te melden. Pas drie jaar later, in 1969, was dat het geval.

Roep om meer komt nu van zee

Het Nederlandse hoogspanningsnet zal de komende jaren veel harder groeien dan de afgelopen decennia gebruikelijk is geweest. Tennet investeert de komende tien jaar €13 mrd in uitbreiding en versterking van het Nederlandse hoogspanningsnet, “onder meer door 160 grote projecten in alle provincies en de realisatie van meer dan 40 nieuwe hoogspanningsstations”, meldde de landelijke netbeheerder begin deze zomer.

Vooralsnog zijn er echter geen plannen om voor het hoogspanningsnet op land over te stappen naar nog hogere spanningsniveaus dan 380 kV. De roep om meer transportcapaciteit en hogere spanningsniveaus komt dit keer niet van kolenmijnen of -centrales, maar van zee: het offshore windgebied IJmuiden Ver zal op het landelijke hoogspanningsnet worden aangesloten met gelijkspanningskabels van 525 kV. Wat Tennet betreft wordt dit spanningsniveau de nieuwe mondiale standaard voor verder weg gelegen offshore windparken. In Nederland en Duitsland zal Tennet deze standaard zelf in elk geval toepassen op alle nieuwe windprojecten, maakte de netbeheerder eind 2021 bekend.

Bron: Energeia, 11 augustus 2022