Gemeente Rotterdam trekt handen af van warmteleiding: miljoenenstrop dreigt

De gemeente Rotterdam riskeert een miljoenenverlies nu het stadsbestuur een streep zet door de redding van Warmtebedrijf Rotterdam. De gemeente maakte vanmiddag bekend de plannen voor een warmteleiding naar Leiden financieel te riskant te vinden. Het besluit betekent vrijwel zeker het faillissement voor het noodlijdende Warmtebedrijf, dat in handen is van de gemeente.

De omvang van het verlies voor de gemeente Rotterdam is onduidelijk, maar schattingen lopen op tot bijna €200 mln. De gemeente staat garant voor ruim €100 mln en investeerde de afgelopen jaren zo’n €70 mln. Ondanks de grote bedragen en het aanstaande financiële echec leidt doorgaan volgens wethouder Arjan van Gils (D66) tot “onverantwoorde financiële en juridische gevolgen en risico’s”.

Vattenfall in Leiden
In 2006 werd het Warmtebedrijf Rotterdam (WBR) opgericht, met als doel om woningen in Rotterdam te verwarmen met restwarmte uit de Rotterdamse haven. Daarmee speelde het bedrijf een belangrijke rol in de gemeentelijke energietransitie. Alleen lukte het niet om voldoende woningen aan te sluiten, waardoor Warmtebedrijf Rotterdam bleef zitten met de restwarmte.

Op zoek naar meer aansluitingen, sloot het warmtebedrijf in 2017 een contract met Vattenfall in Leiden, om ook daar huizen aan te sluiten op de Rotterdamse warmte. Pijnpunt was dat de warmteleiding naar Leiden er nog niet lag en er uiteindelijk ook nooit kwam, terwijl het Warmtebedrijf al wel verplichtingen had om warmte te leveren aan Vattenfall. Daardoor kampte het Warmtebedrijf met miljoenentekorten, die de gemeente Rotterdam de afgelopen jaren heeft aangevuld.

Onvoldoende grip
Twee jaar geleden kwam een onderzoekscommissie van de gemeenteraad met een snoeihard oordeel: wethouders en ambtenaren hadden onvoldoende grip op het Warmtebedrijf en risico’s werden keer op keer verkeerd ingeschat. Bovendien zouden private partijen financiële risico’s uiteindelijk op de gemeente afwentelen. Als aanbeveling gaf de commissie mee dat stoppen met het warmtebedrijf een serieuze optie zou moeten zijn.

Toch werd daar door het stadsbestuur nog niet voor gekozen. Eind 2020 besloot de gemeenteraad nog één keer te proberen de financiën van het Warmtebedrijf recht te trekken. Gasunie zou een warmteleiding aanleggen naar Leiden, waarmee het Warmtebedrijf alsnog aan haar contractuele verplichtingen zou kunnen voldoen. Vandaag werd bekend dat ook dit scenario van tafel kan.

‘Enkele miljoenen’
In een brief aan de gemeenteraad stelt wethouder van Gils dat de businesscase voor het warmtebedrijf “onvoldoende robuust” is. Het bedrijf loopt het risico om ‘wederom omvangrijke verplichtingen aan te gaan’ terwijl er nog geen zekerheden zijn. Daarmee lopen de kosten voor de gemeente op tot boven door de gemeenteraad geaccepteerde kaders. Niet bekend is hoe hoog die kaders zijn.

Ook de Europese Commissie (EC), die ondersteuning van het Warmtebedrijf toetst op staatssteun, weigerde akkoord te gaan met de plannen voor het Warmtebedrijf. Volgens de EC is de bijdrage van private partijen onvoldoende. Onder meer AVR, Shell, Vattenfall en Uniper zijn betrokken bij de plannen voor de warmteleiding. Hun bijdrage blijft volgens de gemeente hangen op “enkele miljoenen”, wat in “schril contrast” zou staan met de Rotterdamse inleg.

Terugkijkend over de voorbije jaren concludeert de wethouder dat het Warmtebedrijf simpelweg te klein is. “Je moet een stevige speler zijn, wil je kunnen opereren in een markt met zoveel onzekerheden en risico’s.” Maar, zegt Van Gils in navolging van een van de aanbevelingen van de enquêtecommissie uit 2019, “stoppen is geen falen”

Bron: Energeia, 6 oktober 2021